Taurine wordt gesynthetiseerd in de lever door middel van cysteïne en dus methionine, en is bijgevolg een conditioneel essentieel aminozuur. Een groot gedeelte van de eigenschappen van taurine houdt verband met zijn stabiliserend effect op de celmembranen. Taurine vermindert het risico op hyperexcitatie van de cellen, zelfs bij tekort aan magnesium. In de hersenen optimaliseert taurine de correcte activering van de NMDAreceptoren en het binnendringen van calcium. Taurine optimaliseert eveneens de kalmerende werking van GABA. Zijn werking wordt vervolledigd door deze van magnesium. Laten we ook de rol van taurine vermelden bij de vorming van galzouten_ taurocholaat.